Heeft u vragen? Wij helpen u graag!

Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl)

Het Besluit bouwwerken leefomgeving bevat voorschriften voor het bouwen, gebruiken en (geheel of deels) slopen van bouwwerken. Hieronder staan de belangrijkste aspecten van het Besluit bouwwerken leefomgeving over slopen en asbest uitgewerkt.

Sloopmelding

In het Besluit bouwwerken leefomgeving is de van toepassing zijnde sloopmelding opgenomen. De hoofdregel bij een dergelijke sloopmelding is dat de sloper ten minste vier weken voor de aanvang van de werkzaamheden de sloopmelding bij het bevoegd gezag doet (artikel 7.10). In een beperkt aantal gevallen, bijvoorbeeld reparatieonderhoud, kan deze termijn verkort worden tot vijf werkdagen. Soms is er geen sloopmelding nodig. Wel is het mogelijk dat volgens andere wetgeving zoals de Monumentenwet voor het slopen een vergunning nodig is. De eisen waaraan een sloopmelding moet voldoen staan in artikel 7.10 Besluit bouwwerken leefomgeving.

Paragraaf 7.1.3 ‘Procedure sloopwerkzaamheden’ bevat voorschriften voor de sloper. Dit is degene die ook de sloopmelding doet. Ook een ander mag onder voorwaarden deze melding doen.

Men kan een sloopmelding via het omgevingsloket indienen.

Wanneer is een sloopmelding verplicht?

Men moet een sloopmelding indienen als er meer dan 10 m3 sloopafval vrijkomt. Ook moet men een sloopmelding indienen als men asbest gaat verwijderen. Bij kleine verbouwingen zonder asbest is dus geen sloopmelding nodig. Als men tijdens een kleine verbouwing asbest vindt wat men moet verwijderen, is een sloopmelding alsnog nodig.

Een aantal beroeps- of bedrijfsmatige verwijderingshandelingen zijn niet melding plichtig. Deze handelingen staan in het besluit beschreven. Een voorbeeld hiervan is het verwijderen van geklemde vloerplaten onder verwarmingstoestellen.

Verder zijn van de meldingsplicht vrijgesteld:

  • De toepassing van bestuursdwang of het opleggen van een last onder dwangsom
  • Een sloop van een seizoensgebonden bouwwerk
  • slopen dat alleen bestaat uit het in de uitoefening van een beroep of bedrijf:
    • geheel of gedeeltelijk verwijderen van asbesthoudende waterleidingbuizen, gasleidingbuizen, rioolleidingbuizen, telecombuizen en mantelbuizen, voor zover deze deel uitmaken van een ondergronds openbaar water-, gas-, elektra-, riool- of telecomleidingnet;
    • geheel of gedeeltelijk verwijderen van asbesthoudende geklemde vloerplaten onder een verwarmingstoestel;
    • als een geheel verwijderen van asbesthoudende verwarmingstoestellen
    • geheel of gedeeltelijk verwijderen van asbesthoudende beglazingskit dat is verwerkt in de constructie van een kas;
    • geheel of gedeeltelijk verwijderen van asbesthoudende rem- en frictiematerialen;
    • geheel of gedeeltelijk verwijderen van asbesthoudende pakkingen uit:
      • een verbrandingsmotor;
      • een verwarmingstoestel met een nominaal vermogen dat lager is dan 2.250 kW; of
      • een procesinstallatie of onderdelen van een procesinstallatie, inclusief aan- en afvoerende leidingen; en
    • geheel of gedeeltelijk verwijderen van gas- en elektrotechnische componenten die aanwezig zijn in:

Termijn sloopmelding

De melding moet minimaal vier weken voor de begin van de sloopwerkzaamheden ingediend zijn. Het bevoegd gezag kan afwijken van deze termijn. Dit kan bijvoorbeeld in gevallen van een directe noodzaak tot sloop bij een calamiteit.

In bepaalde gevallen van reparatie- of mutatieonderhoudswerkzaamheden mag deze termijn tot 5 werkdagen worden beperkt. Dit kan als de normale termijn zou leiden tot onnodige leegstand of ernstige belemmering van het gebruiksgenot.

Voor particulieren geldt ook een termijn van 5 werkdagen. Deze termijn geldt voor de verwijdering van in het besluit genoemde hechtgebonden asbesthoudende toepassingen. Een voorbeeld hiervan is het verwijderen van maximaal 35 m2 geschroefde hechtgebonden asbesthoudende golfplaten per (kadastraal) perceel.

Degene die gaat slopen moet de start van die werkzaamheden melden bij het bevoegd gezag. Deze melding moet het bevoegd gezag minstens twee dagen voor de feitelijke start van de werkzaamheden hebben. Dit staat in artikel 7.12 van het Besluit. Ook moet deze persoon de beëindiging van de werkzaamheden na uiterlijk een werkdag melden aan het bevoegd gezag.

Aan te leveren gegevens bij een sloopmelding

De indiener van de sloopmelding moet bij de melding bepaalde gegevens overleggen. In artikel 7.11 staat dat het onder meer gaat om de volgende gegevens:

  • De naam en het adres van de eigenaar van het te slopen bouwwerk
  • Een asbestinventarisatierapport

Niet alle gegevens aangeleverd, wat dan?

Een sloopmelding is alleen ingediend als alle in artikel 7.11 genoemde gegevens met het meldingsformulier zijn aangeleverd. Als er gegevens ontbreken, dan is de sloop dus niet gemeld. Het bevoegd gezag kan in dit geval handhavend optreden door een zogenoemde (preventieve) herstelsanctie.

Aanleveren asbestinventarisatie

Het Besluit bouwwerken leefomgeving bepaalt tevens wanneer een asbestinventarisatierapport nodig is. Dit is geregeld in artikel 7.9 staan de uitzonderingen benoemd.  Deze uitzonderingen zijn:

  • werkzaamheden die worden verricht in of aan een bouwwerk of gedeelte daarvan dat na 1 januari 1994 is gebouwd;
  • het geheel of gedeeltelijk verwijderen van rem- en frictiematerialen;
  • het als een geheel verwijderen van verwarmingstoestellen;
  • het in de uitoefening van een beroep of bedrijf geheel of gedeeltelijk:
    • verwijderen van waterleidingbuizen, gasleidingbuizen, rioolleidingbuizen, telecombuizen en mantelbuizen, voor zover deze deel uitmaken van een ondergronds openbaar water-, gas-, elektra-, riool- of telecomleidingnet;
    • verwijderen van geklemde vloerplaten onder een verwarmingstoestel;
    • verwijderen van beglazingskit die is verwerkt in de constructie van een kas; of
    • verwijderen van pakkingen uit:
      • een verbrandingsmotor;
      • een verwarmingstoestel met een nominaal vermogen dat lager is dan 2.250 kW; of
      • een procesinstallatie of onderdelen van een procesinstallatie, inclusief aan- en afvoerende leidingen; of
    • verwijderen van gas- en elektrotechnische componenten die aanwezig zijn in:
  • het anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf in zijn geheel verwijderen van geschroefde, asbesthoudende platen waarin de asbestvezels hechtgebonden zijn, anders dan dakleien, of van asbesthoudende vloertegels of niet-gelijmde, asbesthoudende vloerbedekking, uit een woonfunctie of nevengebruiksfunctie daarvan, voor zover die woonfunctie of die nevengebruiksfunctie niet in het kader van de uitoefening van een beroep of bedrijf wordt gebruikt of bedoeld is voor gebruik in dat kader en de oppervlakte van de te verwijderen asbesthoudende platen, vloertegels of vloerbedekking in totaal ten hoogste 35 m2 bedraagt.

Wanneer het Besluit bouwwerken leefomgeving een asbestinventarisatierapport verplicht stelt moet dit rapport ook met de sloopmelding worden ingeleverd. Deze bepaling staat in het artikel 7.11, lid 1 onder g.

De indieningswijze van de sloopmelding

De sloopmelding kan digitaal gedaan worden via het omgevingsloket.